Verwerkingsopdracht Lesmodule 1: Oorlogsgasten
Achtergrond
Aan de hand van het verhaal van de Antwerpse familie hebben jullie in deze module geleerd dat het Nederland ternauwernood is gelukt om buiten schot te blijven in de Eerste Wereldoorlog. Toch heeft deze oorlog een aantal grote gevolgen gehad voor Nederland. Zo bleef het Nederlandse leger 4 jaar lang gemobiliseerd (zie de module: Mobilisatie!), ontstonden er tekorten aan onder andere levensmiddelen en brandstof, stokte te handel en kwam er een enorme stroom vluchtelingen vanuit België de grens over om toevlucht te zoeken in het neutrale buurland Nederland. Jullie hebben geleerd dat sommigen na enkele weken of maanden weer terugkeerden. Zo’n 100.000 Belgen, zoals de hoofdrolspelers in ons verhaal, zouden de hele oorlog in Nederland blijven. Tenslotte waren het niet alleen burgervluchtelingen die in Nederland terecht kwamen. Ook andere “oorlogsgasten” vonden hun weg naar Nederland, zoals gevluchte Engelse, Belgische, Franse en Duitse soldaten.
Verwerkingsopdracht: wat gaan jullie doen?
In de afsluitende opdracht van deze module gaan jullie nader onderzoek doen naar de gastvrijheid die in Nederland getoond werd aan de oorlogsgasten die hier in de periode 1914-1918 terechtkwamen. Onze Antwerpse familie kwam terecht in Gouda, maar hun ervaringen tijdens hun verblijf in Nederland zijn misschien anders dan die van minder rijke Belgische families. En hoe hebben de soldaten van verschillende nationaliteiten hun internering beleefd? Waren de Nederlandse burgers nog net zo gastvrij in 1918 als in 1914? Hoe dacht de pers over de opvang van oorlogsgasten? En de Nederlandse overheid? Om ook dit te weten te komen gaan jullie als klas de volgende onderzoeksvraag beantwoorden:
“Hoe gastvrij was Nederland ten opzichte van oorlogsgasten tussen 1914 en 1918?”
Verwerkingsopdracht: hoe gaan jullie dit doen?
Stap 1:
Jullie klas wordt opgedeeld in groepen. Elke groep gaat aan de hand van bronnen deze onderzoeksvraag vanuit één van onderstaande perspectieven/meningen beantwoorden:
- Belgische burgervluchtelingen
- Geïnterneerde soldaten
- De Nederlandse burgers
- De Nederlandse overheid en legerleiding
- De binnenlandse en buitenlandse pers
Stap 2:
Iedere groep krijgt een aantal verschillende soorten bronnen om te bestuderen. Dit zijn primaire en secundaire bronnen. Sommige bronnen zijn teksten, maar er zitten ook afbeeldingen zoals spotprenten bij. Sommige bronnen laten verschillende meningen zien. Dit hangt af van het type bron, door wie de bron gemaakt of geschreven is en voor wie de bron bedoeld was. Stond het bijvoorbeeld in een krant en kon het door iedereen gelezen worden? Of was het een persoonlijke brief of dagboek? Om jullie te helpen bij het vinden van informatie om de onderzoeksvraag te beantwoorden, kunnen jullie voor iedere bron de volgende vragen beantwoorden:
- Nummer/titel bron
- Wat voor soort bron is het?
- Wanneer is de bron gemaakt/geschreven?
- Door wie?
- Voor wie was de bron bedoeld?
- Wat kun je uit de bron halen dat je helpt bij het beantwoorden van de vraag?
- Wat zijn de beperkingen van deze bron? Waarom is deze minder betrouwbaar? Laat deze slechts één mening zien (standplaatsgebondenheid)?
Stap 3
Als jullie na het bestuderen van de bronnen het overzichtje hebben ingevuld, kunnen jullie aan de slag gaan met beantwoorden van de vraag. In een presentatie, een geschreven verslag of een filmpje zetten jullie de informatie uit de bronnen op een rijtje en delen jullie jullie eindconclusie met de klas. Zorg ervoor dat je citaten of beelden uit verschillende bronnen gebruikt als bewijsmateriaal voor jullie bevindingen!