In het plan dat von Schlieffen ontworpen had, zouden de Duitse troepen ook door Nederland hun opmars maken richting noord Frankrijk.
De opvolger van von Schlieffen, stafchef Helmut von Moltke de Jongere, vond een invasie van een tweede neutraal land echter te gevaarlijk. Daarbij moest een neutraal Nederland ervoor zorgen dat de Duitse legers niet via Nederlands grondgebied in de rug aangevallen konden worden. Nederland kon tenslotte gaan fungeren als de zogenaamde “luchtpijp” van Duitsland zodra de gevechten begonnen waren: via Nederlands grondgebied en de Nederlandse wateren kon Duitsland ook tijdens de oorlog goederen blijven importeren.